Deze oorspronkelijk uit de Noord Amerikaanse Rocky Mountains afkomstige vis is, vanwege zijn populariteit als consumptievis, door de mens over de vrijwel gehele wereld verspreid. In eerste instantie in viskwekerijen, maar later ook ten behoeve van de hengelsport in natuurlijk water. Net als de beekforel is de regenboogforel afhankelijk van helder zuurstofrijk water, maar door zijn grotere tolerantie, wat betreft waterkwaliteit en temperatuur, vormt hij een geduchte concurrent ten opzichte van de inheemse beekforel
De regenboogforel heeft een zilverachtige rug die bezaaid is met zwarte spikkels en over zijn flank loopt een roodachtige streep. Hij is van de beekforel te onderscheiden door de afwezigheid van rode stippen.
Het voedsel van de maximaal 60 cm. groot wordende regenboogforel bestaat uit kreeftachtigen en insectenlarven. Hij is erg vraatzuchtig en groeit daarom ook vrij snel. Op 2 jarige leeftijd is hij al geslachtsrijp en in de regel wordt hij niet ouder dan 8 à 9 jaar. Als de jonge larfjes uit de eitjes zijn gekomen, teren ze de eerste tijd op hun, duidelijk aanwezige, dooierzak. Als deze is opgebruikt, is het gewicht van de larven verdubbeld en kunnen ze zelfstandig op jacht gaan naar insectenlarven.
|